Al sinds zijn oprichting in 1848 staat Maison De Greef synoniem voor creatie en uitmuntendheid. Het familiebedrijf, bijna 200 jaar oud, is groot geworden dankzij zijn eigenzinnige visie. Deze zet dan ook al zes generaties lang haar stempel op het erfgoed en de identiteit van het huis.
Maar Maison De Greef gaat mee met zijn tijd en speelt voortdurend in op de wensen van zijn klanten. Het team kijkt de komende decennia aan met veel zin voor creativiteit, dromen, moderniteit en een onverzadigbare honger naar nieuwe uitdagingen.
In 1848 start François-Prosper De Greef zijn gelijknamige bedrijf in de Boterstraat 28 (zie kader I), op een steenworp van de Grote Markt in Brussel. Al snel schrijft hij de eerste regels van wat een succesverhaal zal worden en wordt hij gevestigd leverancier van de Société Coopérative du Personnel des Chemins de Fer de l’État. Later wordt hij officieel leverancier van zakhorloges van de Belgische marine, de Regie der Posterijen en de Regie van Telegraaf en Telefoon.
De Boterstraat - de wieg van Maison De Greef
De Boterstraat verbindt de Grote Markt in Brussel met het voorplein van de Sint-Niklaaskerk. Het is een van de oudste straten van de hoofdstad. Ze is sinds jaar en dag de thuishaven van ambachtslieden, vooral van edelsmeden en juweliers. Dit tracé zou van de 11e of 12e eeuw dateren. De straat is verankerd in het middeleeuwse stadsweefsel en draagt de typische kenmerken van de Brusselse architectuur. In 1695 wordt de Boterstraat zwaar getroffen door een kanonvuur van de troepen van de Franse koning Lodewijk XIV. Brussel richt zich echter verrassend snel weer op en neemt maatregelen om de kasseistraten van de wijk op te hogen en te verbreden. Er waait een wind van modernisering en verfraaiing door de stad. De huizen worden heropgebouwd in een smeltkroes van barokke, klassieke en neogotische stijl. Dat geeft het stadscentrum een eclectisch architectonisch uitzicht, uniek in zijn soort. Sinds 1968 behoort de Boterstraat tot de buurt Ilot Sacré en in 1980 wordt ze autovrij gemaakt. Dat jaar ontdekken arbeiders tijdens werken in de kelder van Maison De Greef enkele opmerkelijke archeologische schatten (zie kader V). Als onderdeel van de beschermde zone van de Grote Markt wordt de Boterstraat in 2001 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.
Vanaf 1880 maken Léon De Buck en zijn vrouw Agnès er een punt van altijd in de winkel aanwezig te zijn. Zo krijgt de klant bij Maison De Greef steevast deskundig advies op maat. Het echtpaar breidt zijn aanbod verder uit om in te spelen op alle wensen van iedere klant die er over de vloer komt. Met zijn aanbod zakhorloges, moderne juwelen, zilverwerk en andere staaltjes van edelsmeedkunst plaatst Maison De Greef zich helemaal bovenaan op de ladder van elegante plekken met kostbare voorwerpen in het Brussel van de belle époque.
Om hun klanten een nog ruimere keuze aan juwelen te kunnen aanbieden, breiden Léon en Agnès in 1897 de winkelruimte uit. Ze openen ook een juwelierszaak in de Boterstraat 26, waar tot dan een oude apotheek was gevestigd.
In 1903 neemt Augusta De Buck op 30-jarige leeftijd de juwelierszaak van de familie over. Ze is de vrouw van Jules Wittmann, met wie ze twee kinderen krijgt: Jean en Marcel. In 1929 wordt ze weduwe en enige eigenaar van het familiebedrijf. Daarbij plukt ze de vruchten van 25 jaar lang hard werken. Ze heeft een dynamische ingesteldheid en een vernuftige strategie. Zo verwerft ze het aangrenzende pand aan de Boterstraat 26 en in 1935 volgt het nummer 24. Die uitbreidingen geven het bedrijf een nieuwe impuls.
Met de hulp van haar oudste zoon Jean stort Augusta zich op verbouwing van de gevels van de nummers 24 en 26 (zie kader II). Vanaf dan wijden haar zonen Jean en Marcel zich steeds meer aan de familiezaken, die ze na het overlijden van hun moeder in 1959 overnemen.
In het begin van de jaren vijftig verleent de stad Brussel een vergunning voor de verbouwing van de twee huizen (Boterstraat 24 en 26) tot één pand. Maison De Greef vertrouwt het ontwerp toe aan de avantgardistische architect Jacques Dupuis, die enkele jaren later wereldberoemd zal worden met zijn ontwerp voor de iconische gevel van Paleis 5 voor de Expo 58. De eenvormige, vlakke, gecementeerde en witgeschilderde voorgevel van Maison De Greef wordt lang niet door iedereen gesmaakt. Maar aangezien de vergunning er is, gaan de werken gewoon door. Voortaan is het aanbod van Maison De Greef te bewonderen achter twee grote uitstalramen met zwart raamwerk aan weerszijden van de voordeur.
De binnenruimte krijgt een vloeiende, organische vormgeving. Het publieke deel van de winkel strekt zich uit onder een indrukwekkend hoog plafond, gesierd met een adembenemende luchter in Muranoglas, die er vandaag nog altijd hangt.
In 1958 neemt Maison De Greef deel aan de Expo 58 (zie kader III).
Marcel Wittmann en zijn vrouw Maria staan erop de familietraditie in stand te houden. Ze wonen boven de winkel, die nu zeven dagen per week open is. Maria heeft een fijne neus voor zaken. Ze beheert de financiën en controleert nauwgezet elk juweel en elke horloge. Ze besteedt de nodige aandacht aan wat de klant wil. Het echtpaar heeft twee kinderen. Een van hen, Paul, stapt later ook in het familiebedrijf.
Maison De Greef op de Expo 58
De Wereldtentoonstelling in Brussel lokt meer dan 42 miljoen bezoekers naar de Heizelvlakte. Maison De Greef is er ook bij, vlak bij de voorgevel van Paleis 5, die vorm geeft aan het internationale merkimago van dit event. De gevel is een creatie van de architect Jacques Dupuis, dezelfde die enkele jaren eerder de nieuwe voorgevel van Maison De Greef had ontworpen.
Aan de zijde van andere befaamde edelsmeden en juweliers, die samen in het paviljoen ‘Luxe en Juwelen’ van Expo 58 zijn ondergebracht, stellen de broers Wittmann meerdere creaties tentoon. Zo ook een hanger, die de Zilveren Medaille wint in de Wedstrijd Individuele Presentaties.
Jean Wittmann is een verwoed verzamelaar met een voorliefde voor de avantgardekunst. Zo bezit hij schilderijen van onder meer Magritte en Delvaux. Hij is de drijvende kracht achter de creatieve ambities voor de juwelenlijn van Maison De Greef.
De winkel verkoopt hoofdzakelijk horloges en trouwringen, maar Jean Wittmann stuurt de juweliersactiviteit in een nieuwe richting door de samenwerking met gastkunstenaars en tentoonstellingen van hun werk, weliswaar in collecties die tot slechts enkele exemplaren beperkt zijn, in de uitstalramen in de Boterstraat (zie kader IV).
Jean Cocteau te gast bij Maison De Greef
In 1971 wordt een collectie ‘Les Bijoux d’Or’ van Jean Cocteau, gewijd aan de tekens van de dierenriem, in beperkte oplage aan het publiek voorgesteld. De klanten van Maison De Greef zijn er onmiddellijk weg van. Voor Jean Cocteau is een mooi juweel “in de eerste plaats een mooie emotie”. Deze speld in gegraveerd, opengewerkt goud, die naar het sterrenbeeld tweelingen verwijst, stelt – weinig verrassend – de twee profielen van zijn geliefde Jean Marais voor.
Begin de jaren 80 neemt Paul Wittmann, zoon van Maria en Marcel, op zijn beurt het roer van het familiebedrijf over. Als ingenieur met een passie voor mechanica is hij erg geïnteresseerd in luxehorloges, in het bijzonder de jongste technische verbeteringen van Patek Philippe. De filosofie van dat Zwitserse horlogemerk steunt op schoonheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Het klikt meteen, en al snel verkrijgt Maison De Greef voor meerdere decennia lang de exclusiviteit van het merk voor België.
Een archeologische schat onder Maison De Greef
In de zomer van 1986 treft een ploeg tijdens de installatie van een holle leiding in de kelder van de Boterstraat 24 oud aardewerk aan. Vanaf dan en tot het begin van 1987 voert de Société Royale d’Archéologie de Bruxelles onder leiding van professor Pierre-Paul Bonenfant en zijn assistent Michel Fourny er graafwerken uit.
Drie maanden lang neemt Paul Wittmann afstand van zijn lokalen om de afvoer van puin mogelijk te maken. De zakken met aarde moeten het pand immers via de voordeur verlaten. Een multidisciplinair team van geologen, zoölogen, plantkundigen, entomologen en keramologen buigt zich over de grondstalen. De analyses wijzen uit dat er in de 15e eeuw een bontwerker en een pottenbakker actief zijn geweest op de plaats van de winkel. Historisch en heraldisch onderzoek voltooien de studie. De wetenschappers ontdekken een vrij goed bewaarde tegel, die deel uitmaakte van een grote, aarden kookpot. Aan de hand van het wapenschild en de wapenspreuk ‘À jamais’ slagen ze erin de opdrachtgever te identificeren. Het gaat om Philippe de Clèves-Ravenstein (1456-1528), een van de belangrijkste adviseurs van keizer Maximiliaan van Habsburg.
In 1988 vindt in de Ogivale Zaal van het stadhuis van Brussel een tentoonstelling plaats onder de titel ‘Rue au Beurre. Présence au XVe siècle d’un pelletier et trace d’un céramiste vers 1500’, gewijd aan de opgravingen onder Maison De Greef.
Na zijn studies juweelkunst aan de Sir John Cass School in Londen en gemmologie aan de City of London Polytechnic doet Arnaud Wittmann, zoon van Paul, zijn intrede in het familiebedrijf om de oprichting van een afdeling juweelkunst op zich te nemen. Al snel presenteert hij zijn eerste collecties voor Maison De Greef.
Amper een jaar later krijgt Arnaud het gezelschap van zijn broer, Jacques Wittmann, die bij Maison De Greef aan de slag gaat als expert-horlogemaker. De twee broers zetten weldra hun stempel op de stijl van het huis met een tijdloze, unieke benadering.
De koninklijke familie laat Maison De Greef toe tot de selecte kring van Gebrevetteerde Hofleveranciers van België, een erkenning van de expertise van het huis en zijn streven naar het hoogste uitmuntendheidsniveau.
Na het overlijden van hun vader Paul nemen Jacques en Arnaud Wittmann de teugels van het bedrijf in handen en geven het een eigen stijl en visie. Het horlogeaanbod wordt volledig onder handen genomen. Met uitmuntendheid en een grenzeloze liefde voor hun familiebedrijf als uitgangspunt, stellen de broers een handvest voor exemplarische kwaliteit op om hun klanten de beste kwaliteit te verzekeren. En daar gaan de partners-horlogemakers, voorgesteld door Maison De Greef, volledig in mee.
De abstract en minimalistisch ogende schetsen van Arnaud Wittmann evolueren en kondigen een steeds eigenzinniger artistieke koers aan, intiem verbonden met de geest van Maison De Greef. De architecturale invloeden, de ode aan de beweging en de vloeiende gebogen lijnen zijn steeds markanter aanwezig in zijn tekeningen.
In 2005 wordt het geheel van de voorgevels, daken en kelders van de panden aan de Boterstraat 24 en 26, evenals de binneninrichting (een ontwerp van Jacques Dupuis) om hun historische, artistieke en archeologische belang opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Wanneer Arnaud Wittmann de zonderlinge plantenwereld van de kunstenaar Julien Colombier ontdekt, stelt hij de juwelenafdeling van Maison De Greef voor het eerst open voor een artistieke samenwerking met een buitenstaander. De monsterabladeren – een van de emblematische thema’s in de schilderijen van de Franse kunstenaar – inspireren de juwelenontwerper van het huis. Zo creëert hij een reeks van zes collectiespelden, waarin hij de elegantie van de planten repliceert in gesmeed goud of gebeeldhouwde edelstenen. De zes unieke stukken om bij voorkeur in duo te dragen, zijn versierd met edele materialen zoals roze goud, wit goud, onyx, blauw chalcedoon, grijze parelmoer of wit goud met ribben van verlopende tinten blauw saffier.
Arnaud Wittmann herhaalt de ervaring van de samenwerking in juwelencreatie met de schilder en beeldhouwer Michel Mouffe. In dialoog met de Belgische kunstenaar ontwerpt onze jonge juwelenontwerper voor Maison De Greef een exclusieve collectie in onyx en wit of roze goud. Ze bestaat uit ringen, hangertjes en oorringen.
Maison De Greef stapt het digitale tijdperk binnen en ontwikkelt zijn merkidentiteit op het internet. Het huis start een website met zijn juwelen- en horlogecollecties, evenals een online magazine. Voortaan deelt het de creaties en het nieuws van Maison De Greef ook met het publiek via de sociale media.
Op de vooravond van zijn 170e verjaardag ondergaat de winkel van Maison De Greef een gedaanteverwisseling. De geklasseerde voorgevel, een uniek voorbeeld van modernistische architectuur in het hart van Brussel, wordt gerestaureerd en de winkel breidt opnieuw uit naar de Boterstraat 28, waar alles begon.
Om zijn samenwerking met de befaamde Zwitserse horlogemaker Patek Philippe kracht bij te zetten, wijdt Maison De Greef er een exclusieve ruimte aan op de plaats waar ooit de wieg van het merk stond.
De allerlaatste horlogemodellen, details ontsproten aan de luxueuze wereld van de fabrikant uit Genève en geavanceerde expertise zetten de toon in dit kleine paradijs voor horlogeminnaars van 50 m2. Hedendaags design gaat er harmonieus samen met de geklasseerde elementen van het gebouw.
Ter gelegenheid van het 170-jarige bestaan van Maison De Greef creëert Arnaud Wittmann ‘The Fire Spark’, een collectie in beperkte oplage. In zijn zoektocht naar een uitzonderlijk materiaal om het belang van die verjaardag in het licht te zetten, kiest de juwelenontwerper voor spessartien, een zeldzame variëteit van mandarijngranaat. In een spel met de volumes rond die vlammende steen lijken ringen en hangers de wetten van de zwaartekracht uit te dagen. Om die juwelen met de hand te vervaardigen, doet Maison De Greef een beroep op het Atelier Sansen & Gangi in Luik, een juwelier van hoog niveau, gereputeerd om zijn expertise in complexe en ongebruikelijke juweeltechnieken. Het resultaat is een spectaculaire collectie met een perfect evenwicht.
Na 20 jaar aan de leiding te hebben gestaan van de afdeling horloges van Maison De Greef, beslist Jacques Wittmann in 2019 dat het tijd is om zich aan zijn andere passies te wijden.
Vandaag staat Arnaud Wittmann aan het hoofd. Elke dag opnieuw herbevestigt hij de familiale waarden inzake behoud van expertise en persoonlijke service.
Sinds de zomer van 2020 heeft Maison De Greef een nieuwe boetiek gelegen in Knokke, de prestigieuze Belgische kuststad.
Arnaud Wittmann en zijn echtgenote Tania nodigen u uit om samen met hen de nieuwste eigen juwelencreaties te bekijken en de nieuwigheden van Vhernier, Lange & Söhne en Ressence te bewonderen.
Credit : Sébastien Van de Walle